maandag 22 februari 2016

Jezus' roepstem... niet meer te weerstaan!

"Is het dan alleen maar dat?"
"Ja, meer niet, alleen dat!"
"Hoef ik mij niet eerst op te knappen?"
"Nee... je mag komen zoals je bent"
"Ik kan het bijna niet geloven"
"Ik zeg dat niet... Jezus, Gods Zoon zegt het"
"Je moest eens weten wat ik op mijn kerfstok heb"
"Zie, het Lam van God, Dat de zonden van de wereld wegneemt"

"Ze zeggen dat dat niet voor iedereen is"
"Alzo lief heeft God de wereld (kosmos) en daar hoor jij toch ook bij?
"Ik weet het van binnen... anders zou God mij niet telkens roepen"
"Jezus roept ook nu, vandaag, op dit moment"
"Ik ga straks thuis wel op mijn knieƫn, als ik alleen ben"
"Heden, zegt Jezus, nu is het de dag van jouw zaligheid!"
"Weet ik... maar hier durf ik het niet met al die mensen"


Zo ging zij naar huis. Thuis gekomen, komt de gedachte in haar op die zegt dat het allemaal wel erg snel ging daar. "Dat doe je toch niet waar zoveel mensen bij zijn?" Zij wilde zo graag gaan maar zij werd op een of andere manier tegengehouden, het ging niet. Het leek wel of zij aan haar stoel was vastgebonden. Zij vroeg zich af wat haar nu tegengehouden had. Was het schaamte, of toch wat anders?

In verwarring...
Hoe moest het nu verder? Intussen sloegen haar gedachten op hol. Had zij dan te weinig gedaan om een net leven te leiden? Te weinig in de Bijbel gelezen, te weinig gebeden? Te weinig kerkdiensten bijgewoond? Te weinig gestreden tegen de verzoekingen van de zonden? Te weinig dit, te weinig dat... zij werd er soms bijna gek van. Nooit was het genoeg, altijd die innerlijke beschuldigingen die haar voortdreven. Zij was zo intens moe, doodmoe. Zij wist dat zij dit leven zo, niet vol zou gaan houden. Ineens was daar een andere stem in haar gedachten die zei dat zij er dan maar beter op los kon gaan leven. Dan had zij tenminste geleefd. Zij besefte dat deze stem niet van God afkwam maar van de satan. Nee... dat niet want dan zou het echt slecht met haar aflopen. Die eindbestemming van de brede weg waarop zij liep, grijnsde haar nu al zo aan. Zij wist dat als zij niet zalig werd, dat God haar naar de hel moest sturen.

Spijt...
Met dat besef ging zij naar bed waar de vraag haar opnieuw bezighield waarom zij toch niet was gegaan, zich niet had overgeven in het geloof. Zij verweet het zichzelf want God had nadrukkelijk gesproken in haar hart: "Kom zoals je bent". Hij riep haar om die innerlijke last die haar zo moe maakte, af te leggen. Hij beloofde rust voor haar ziel. Het was niet de eerste keer dat God zo tot haar sprak. Een keer, een paar jaar geleden, sprak God zo krachtig dat het net leek alsof Hij binnen zou stormen. Jezus stond aan de deur van haar hart en klopte, ja haar hart bonkte toen! Zij was innerlijk gebroken, huilde toen van diep verlangen en had zich suf gepiekerd hoe zij nu die deur moest opendoen. Waar zat die deurknop toch? Vanavond was het opnieuw zo, zo dichtbij geweest. Zij kon het bijna pakken en toch was zij niet gegaan... Zij had er diepe spijt van. De volgende keer... maar zou die nog wel komen dan? Zij viel in een onrustige slaap.

"Zie Ik, Jezus, sta aan de deur en ik klop, indien iemand Mijn stem zal horen en
de deur opendoen, Ik zal tot hem inkomen en Ik zal met hem avondmaal
houden en hij met Mij" (Openbaring 3 vers 20). 

Zij realiseerde zich niet dat die trouwe Jezus ondanks haar afwijzen haar niet vergat. Integendeel, die grote Hogepriester in de hemel, bad dag en nacht voor haar, stuurde telkens opnieuw Zijn Geest met de blijde boodschap. De Geest overtuigde haar dat Jezus van haar hield zoals zij was, dat zij zich niet op hoefde te knappen, dat zij niet naar mensen moest luisteren. God, de Vader Zelf zei het immers van Jezus: "Deze is mijn geliefde Zoon, in Denwelke Ik Mijn welbehagen heb, hoort Hem! (Mattheus 17 vers 5)" Die nacht... droomde zij van Jezus Die opnieuw naar haar omzag!

De droom
Ineens zag zij Hem naar wie zij zo verlangde. Hij had een wit blinkend kleed aan en een gouden gordel om Zijn borst. Met ogen, o die ogen die branden van liefde. Hij sprak zachtjes met haar.

Jezus: "Ik zie je altijd vanuit de hemel. Ik hoor je en Ik weet dat je je leven leeft, elke dag weer. Je gaat naar bed en slaapt, je staat op, je eet, je zorgt voor je gezin, je werkt overdag en je doet je huishouden, brengt je kinderen naar bed, kijkt TV en je surft op het internet. De hele dag houd je je WhatsApp bij en je Facebook en je mail. Aan het einde van de dag ga je weer naar bed en val je in slaap. Bijna alles wat je hart begeert van aardse dingen heb je en maar het verzadigt je nooit. Het is kwelling, nutteloos en heeft het je voordeel opgeleverd? Het kromme kan toch niet recht gemaakt worden en hetgeen ontbreekt, kan niet geteld worden."

Zij: "Nee... Heere Jezus, ik weet het dat ik in die sleur zit, die houdt mij gevangen. Ik zou los willen komen uit die gevangenis, achter de koperen deuren en stalen grendels vandaan. En als ik dan in slaap val, dan droom ik van U, van Uw wederkomst. Of van naderend onheil en dreigend geweld, van oordeel, van grote explosies, van rookdamp, van vuur dat snel nadert en niet te ontwijken valt. Ik zag U een keer in de lucht en U zei niets. Daarna werd ik wakker, vol onrust in mijn ziel. Door al die dromen lijkt het wel alsof ik "in zwaar weer" terecht ben gekomen. Toch moest ik de volgende morgen weer verder met mijn leven... Wat moet ik anders?"

Jezus: "Ik weet wat je meemaakt. Je ervaart hetzelfde als de zon die iedere dag opgaat en schijnt en weer ondergaat, zonder onderbreking. De weken en maanden en jaren gaan "gewoon" voorbij. Uiterst vermoeiend zodat je dat bijna niet uit kan spreken. Ik weet ook wat je meegemaakt hebt, vroeger en dat je dat meedraagt. O... vermoeide en belaste ziel, kom naar Mij voor rust!"

Zij: "Ja... al die dingen van vroeger die probeer ik weg te stoppen, niet meer aan te denken. Al die pijn diep van binnen. Daarom heb ik al die muren rondom mijn hart opgebouwd, ik kan niet zonder. Ik wil die pijn vergeten, die beschadigingen, die diepe afwijzing die mij zo getekend heeft. Dat lukt niet en soms zou ik mij wel willen bedrinken om het te vergeten, om er los van te komen. Daarom ben ik zo druk met van alles en nog wat om het te vergeten... Wat kan ik anders?"

Jezus: "Ik zie dat ook je oog daardoor niet verzadigd wordt van het zien. Je koopt vaak spullen zonder dat je die echt nodig hebt. Het bevredigt ergens een diep verborgen behoefte. Ik zie je kijken op je schermen... soms urenlang. Soms merk Ik dat, als je alleen bent, je naar programma’s zoekt die verboden zijn. Zomaar om even naar te kijken en dan weer weg te zappen. Die beelden blijven hangen en worden in je herinnering gegrift. Ik weet dat je die niet meer kwijt zal raken. Luister, vergeet niet dat bij Mij, alleen bij Mij reiniging is van alle onreinheden en ongerechtigheden!"

Zij: "Ik weet dat ook mijn oor niet niet doof wordt van het horen, uur in en uur uit. Bellen, praten, gezelligheid. Vaak denk ik achteraf... het is nutteloze praat geweest. Ik weet dat dit leven van binnen niet bevredigt. Ik kan geen andere weg vinden... Wat moet ik anders dan?"

Jezus: "Ik zie je langs allerlei wegen omzwerven op zoek naar dat verloren geluk van verre tijden. Ik zie je hunkering naar een leven zonder ellende en problemen en je verleden. Je doolt maar rond in je levenswoestijn en bent de Levensbron al vaak voorbij gelopen. Je bent op zoek naar dat paradijs waar alles volmaakt was maar dat is niet meer te vinden. Ik ben die enige andere Weg, de Waarheid en het Leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij!

Zij: "U weet dat ik zo probeer om niet te zondigen, om niet boos te worden, om niet te haten, om geen ruzie te maken met mijn man, of mijn vader of mijn moeder. Ik ga de openlijke zonden uit de weg, de buitenkant blijft er vandaan. Ik loop er zelfs een straatje voor om... maar van binnen, achter de schermen is het anders. U weet dat ik daar hopeloze gevechten voer tegen de diepe verzoekingen van de boze, tegen de verleidingen van de duivel die je mij telkens mee willen nemen, die mij willen overheersen. Ik wil juist het goede doen maar ik doe dan vaak het verkeerde... Hoe kan ik anders worden?"

Jezus: "Ik ken je geheime dubbelleven van je hart. Je ligt naakt en open voor Mijn ogen. Uit je hart zie Ik boze gedachten opkomen over je man, over je vriendin en Ik hoor je soms iemand dood wensen. Je doet overspel met je ogen en je kijkt nette films. Ik zie dat je aan het opschuiven bent, het verlangen naar bloot kijken, is een obsessie aan het worden. “Iedereen doet het toch?!”, zo hoor Ik je jezelf verontschuldigen van binnen. Ik zie dat je in die netten gevangen bent. Zoals een vogel uit de lucht gegrepen is, ben je verstrikt geraakt aan porno, en erger. Soms steel je, hoor Ik je kwaadspreken. Je bent een arme zondares op wie de toorn van God rust. Weet je waarom die toorn op je rust? Omdat je niet in Mij, Jezus Christus, de Zoon van God, gelooft!"

Zij: "O, die zonden nemen gewoon bezit van me, of ik wil of niet. Als mijn weerstand gebroken is dan word ik meegesleurd, als door een woeste rivier. Het wordt dan de baas over mij. Ik moet het dan opgeven en geef mijzelf dan als een willoos slachtoffer eraan over. Dan stopt mijn strijd ertegen. Ik heb gedaan wat ik kon, er was niet meer tegen te vechten. Daarna voel ik mij zo vaak ellendig en neem mij voor: “Nooit meer”. Maar een week, een maand of een uur of een dag later... dan begint die hopeloze strijd weer in een soort achtbaan die maar niet eindigt. Waar is de oplossing voor die stroom van ongerechtigheden die over mij de baas is, die mij overheerst? Ik kan niet anders!"

Jezus: "Ik hoor hoe je dat dubbelleven haat, dat je jezelf van allerlei verwijten maakt maar dat je er geen baas over bent. Je wilt het opgeven, doodmoe van het strijden. Nee… niet dat je man het hoort of het ziet… Nee... in het diepste geheim van je ziel, daar waar de uitgangen van je hart zijn, daar waar jezelf op de troon zit. Daar waar jij regeert en je jezelf voorstelt hoe alles zou moeten. Mijn dochter geef Mij je hart en Ik zal je leiden in grazige weiden, niet alleen van vreugde maar ook van reinheid en heiligheid!"

Zij: "Ik ga naar de kerk om, ondanks alles, sterker te worden. Mijn gedachten echter dwalen zo vaak af terwijl ik psalmen zing en aandachtig probeer te luisteren. Ik geef zacht in mijzelf commentaar op de dominee, op de kleding van anderen en ja… soms ben ik er jaloers op. Ik ga ook doordeweeks naar de kerk, naar Bijbelstudies, ook al wil ik eigenlijk niet. Ik durf het niet te laten voor de mensen. Soms ben ik ziek van mijn eigen gehuichel, van mijn vrome bestaan. Ik wil mij diep van binnen gewoon uitleven zoals die jonge zendelinge in India. Ik vind het zo erg maar soms denk ik “Was er maar niks". Niet alleen om mijn gang te kunnen gaan maar vooral om die stem kwijt te raken die altijd maar roept: “Niet doen” terwijl het wel lijkt of ik een slaaf ervan ben. Ik ben uitgevochten en ik wil naar U, U alleen. Ik hoorde U gisterenavond nog roepen maar ik kwam niet... Help mij want ik verga."


Jezus: "Het licht van Mijn genade bestraalde je maar je wendde je af, je keerde je weer om. Je dacht dat Ik je niet wilde hebben zoals je was. Maar die tot Mij, Jezus Christus, komt gevlucht, die zal Ik nooit, nee nooit afwijzen of uitwerpen! 

Ik zag dat je wanhopig was, daarom riep Ik je gisterenavond opnieuw. Maar die grote zwarte vogels kwamen weer om Mijn stem te verstoren met hun gekrijs, om Mijn liefde te verduisteren door hun gefladder. Ze hebben veel van Mijn woorden meteen weer weggevangen, opgepikt.

Je had naar die sterke roepstem in je ziel moeten luisteren. Als je was opgestaan en gegaan, had Mijn Geest je geholpen. Hij had je, net als die man met die dorre hand, kracht gegeven om te doen wat Ik van je vroeg. Die man met die dorre (verlamde) hand vroeg Ik zijn hand uit te strekken. Dat kon hij niet, toch geloofde hij het, stak zijn hand uit... die meteen werd genezen! Als Ik roep dan kun je komen, drinken en eten en opstaan en naar je Vader gaan! Ikzelf geef dan de kracht om te gaan maar jij moet wel opstaan!

De lokroep van Jezus 
Dan breidt Jezus Zijn armen uit en roept haar opnieuw. Zij hoort Zijn liefdevolle stem roepen.

"Kom... Ik weet dat je hart dorstig is, bij Mij alleen is het Levende water". 
"Kom... Ik weet dat je doodmoe bent van arbeid die je maar niet bevredigt!"
"Kom... Ik weet dat je je geld uit blijft geven voor iets waaraan je zal sterven"
"Kom... Ik weet dat je ongelukkig bent maar Ik zal je vullen met Mijn liefde."

"Kom... geloof en Ik zal je zonden vergeven en eeuwig leven schenken!"
"Kom... geloof en Ik zal je ziel rust geven en alles wat van Mij is, leren!"
"Kom... leg al je lasten af. Alleen Mijn last is licht en Mijn juk is zacht."
"Kom... 

"Ik wacht op je... al zo lang. Ik roep je... al jaren. Ik verlang naar je... zo intens. Ook Mijn Vader staat klaar op de uitkijk om Zijn dochter eindelijk te ontvangen voor de thuiskomst. Kom dan... alle dingen zijn gereed!"

Opstaan en gaan...
Zij wordt wakker en kijkt verdwaasd om zich heen. Waar is Jezus nu? Waar zijn die ogen? Plotseling beseft zij dat ze gedroomd heeft. O, was Hij er nog maar... Waar is Hij heengegaan? Moet zij nu weer wachten op een nieuwe droom, op een volgend bericht van Hem? Zij had de Morgenster gezien, de dag kwam eraan. Moest zij nu nog langer wachten op die morgen die maar niet kwam? En vragen: "Wachter, wat is er van de morgen, de morgen... ach wanneer?"

Zij beseft dat deze droom opnieuw een bericht uit de hemel is, de stem van de levende God, die als pijl die dwars door alles heen is gedrongen! Die als een hamer alle resterende weerstand rondom haar hart aan stukken geslagen heeft! Die als een vuur haar de waarheid over Jezus helder openbaarde, zoeven. God laat haar niet los... al jaren en jaren niet.

Zij besluit om vandaag, heden, om nu naar Hem toe te gaan! Geen uur uitstel meer, geen minuut. Zij heeft Zijn stem zo duidelijk gehoord, zij wil zich laten leiden en niet meer verharden. Dat laatste ging trouwens ook niet meer want Zijn woorden waren als liefdesbrieven binnengekomen. Die hadden alle resterende weerstand gebroken. Zij weet dat Hij op haar wacht, als haar Bruidegom! Zij wacht niet meer. Het is vandaag de dag van haar zaligheid. Zij staat op en gaat!

Jij ook? 

Contact
Als er ouderen en jongeren zijn die Jezus zo zoeken en ook dat diepe verlangen hebben 


naar Jezus Christus voor vrede met God, 
naar rust in het onrustige bestaan,
naar verlossing van de schuld en vergeving van zonden,
naar diepe rust voor de ziel, dan ben ik er voor jou om je te helpen.

"App" mij gerust op nummer 06-51046981. Mailen kan ook: levendenstromendwater@gmail.com
Gebruik van de afbeelding met toestemming van Ain Vares (www.ainvaresart.com).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten