"Ik brak het ijs..."
"Ik wilde erin springen..."
"Ik was ten einde raad!"
"Volslagen wanhopig!"
"Ik wilde mijzelf verdrinken!"
"Het water was zwart, inktzwart..."
"Maar ineens dook er een colaflesje op"
"Ik pakte het uit het water"
"En zag iets wits van binnen..."
"Wat zou daarin zitten, een briefje?"