De grote doopopdracht van Jezus!

Over dopen in water en Geest is erg veel te doen.
Vooral het laatste decennium.
Trouwens door alle eeuwen heen is de doop een groot strijdtoneel geweest.
Geen wonder want het staat in de belangrijkste opdracht van Jezus.
Jezus in Mattheüs 28 vers 19: "Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen".
Zijn woorden in deze opdracht zijn blijvend.
In Mattheüs 24 vers 35 zegt Jezus "De hemel en de aarde zullen voorbijgaan, maar Mijn woorden zullen zeker niet voorbijgaan".
Met andere woorden... Zijn woorden gelden nu!
En ook Jezus is Dezelfde gebleven staat er in Hebreeën 13 vers 8: "Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde en tot in eeuwigheid".

De kracht uit de waterdoop gestolen!
En die waarheden van Jezus over de doop betwist de duivel.
Vooral in ons denken
En dan ontstaat er strijd.
Zoals dat altijd het geval is over de woorden van Jezus.
Dat zie je al 20 eeuwen lang.
De duivel knabbelt voortdurend aan de waarheden van Jezus.
Hij brengt en mengt leugen in Gods waarheid.
Hij is de leugenaar vanaf het begin van de schepping.
Hij spreekt geen waarheid want er is zelfs géén waarheid in hem, zegt Jezus.
Hij liegt net zolang tot alle Goddelijke kracht eruit verdwenen is.


Op die manier kan hij alles stelen, 
alle leven slachten en 
waarheden van God vernietigen in iemands denken en ziel.
Daardoor sluiten gelovigen (in toenemende mate) compromissen.
Een compromis met hun oude mens, de wereld en de duivel.
De duivel steelt van alles van hen.
Zo heeft hij ook de kracht uit de doop gehaald.
Daarom zijn wij terug gegaan naar de Bron.
Naar de Bron van het Levende Water, Jezus.
Naar het Levende Water Zelf.
Om de waarheid boven water te krijgen over onderdompelingsdoop.

Daarom terug naar de Bron!
En onze Bron is Jezus Christus. 
Van Wie de Vader gezegd heeft dat wij naar Hem (alleen) moeten luisteren. 
Hij, God dus, heeft in deze laatste dagen tot ons gesproken door de Zoon.
Z
Dat zegt Paulus in Hebreeën 1 vers 1.
Een zéér betrouwbare Bron dus. 
Wij beginnen dus bij de woorden van Jezus over dopen.
Deze staan in de grote opdracht van Hemzelf.
Hij gaf die opdracht vlak voor Hij opvoer naar de hemel.
Net voor Hij terugging naar Zijn Vader.
Hij had de wil van Zijn Vader vervuld.
Nu moesten Zijn volgelingen hier op aarde Zijn Koninkrijk gaan verkondigen.

Dat is Zijn opdracht aan hen toen en nu aan ons in Mattheüs 28 vers 19: "Ga dan heen, onderwijs al de volken, hen dopend in de Naam van de Vader en van de Zoon en van de Heilige Geest, hun lerend alles wat Ik u geboden heb, in acht te nemen".

Hier staat dat dopen de eerste belangrijke stap is in het discipelen van mensen.
Eerst onderwijs je hen in de geheimen van de gekruisigde Jezus Christus.
Vervolgens doop je hen in de drie verschillende Namen van de drie Goddelijke Personen.

Niet in de Naam van de Drie-enige God. 
Zo van "Ik doop je in de Godheid".
Niet in de Naam van de Vader, Zoon en Heilige Geest en dan één onderdompeling.
Ook niet dopen in de Naam van één Goddelijke Wezen.
Of in de dood van Jezus: "Ik doop je in de dood van Jezus Christus".
Dat staat er allemaal niet.
Of "Ik doop je in de Naam van God". 
Of: "In de Naam van de Heere".
Ook niet in de Naam van de Drievuldigheid, of de Drie-Enigheid.

Jezus zegt drie keer onderdompelen!
Jezus wil dat wij dopen in de verschillende Namen van de drie Personen van God.
De eerste keer in de Naam van de Vader, 
en de tweede keer in de Naam van de Zoon, 
en de derde keer in de Naam van de Heilige Geest.
Afzonderlijk en na drie keer is men daardoor ondergedompeld in één Goddelijk Wezen.
Dus dan ben je gedoopt in de Godheid
En dat Goddelijke wezen heeft zich geopenbaard in Christus Jezus.
Daarom noemt Lucas dat verschillende keren zo in Handelingen.

Nogmaals... 
Jezus zegt dat je gedoopt moet worden in de Naam van de Vader, 
dan vervolgens in de Naam van de Zoon en 
dan tot slot in de Naam van de Heilige Geest.
Dus drie onderdompelingen.
Dat staat hier.
En dus moet er zo gedoopt worden.
De doop getuigt op zichzelf hierdoor ook van dat onze God, één in Wezen is en tegelijkertijd bestaat uit drie Goddelijke Personen.
De doop is daarvan dus ook een belijdenis.

Je ziet dat dopen in de namen van de Goddelijke personen terug bij de kinderdoop in traditionele en reformatorische kerken.
Baby's worden drie besprenkeld.
Eén keer in de Naam van de Vader.
Eén keer in de Naam van de Zoon. 
En één keer in de Naam van de Heilige Geest.
En daarmee worden de baby's in de Godheid besprenkeld. 
En in het verbond opgenomen zoals men dat gelooft in die kerkelijke stromingen.

Zijn er voorwaarden voordat men zich liet dopen, toen?
Er blijft hier nog één vraag te beantwoorden bij deze doopopdracht.
Namelijk of er aan voorwaarden voldaan moet worden voordat je je laat dopen.
Zoals bijvoorbeeld een doopcursus volgen.
Of eerst een wat langere periode wachten om te bewijzen dat je bekering echt is.
Of wachten op de jaarlijkse Paasmorgen zoals men wel deed en doet.
Je leest echter over al dergelijke voorwaarden niets in de Bijbel.
Mensen werden nog diezelfde dag, of nacht gedoopt.
Soms nog geen uur later.

Neem nu bijvoorbeeld de gevangeniscipier.
Hij had Paulus en Silas gegeseld.
Maar 's nachts kwam er een aardbeving die zijn leven op z'n kop zette.
Hij kwam tot de diepe overtuiging dat hij gered moest worden. 
Hij riep al bevende uit:
"Heren, wat moet ik doen om zalig te worden?"
Paulus en Silas getuigden beiden dat als hij gered wilde worden dat hij dan in Heer Jezus Christus moest geloven.
Zij spraken vervolgens het woord tot allen die in zijn huis waren.
Vervolgens werden hij en al de zijnen gedoopt.
Nog geen paar uur later. 
Misschien was het zelfs nog nacht.
Geen gedoe van voorwaarden.

Nog een voorbeeld: Pinksteren.
De toespraak van Petrus op de Pinksterdag.
Duizenden werden in hun hart getroffen door de waarheid.
Een goddelijke pijl vanuit de hemel, gedoopt in Jezus' bloed, daalde diep in hun hart. 
De waarheid namelijk dat zij Jezus Christus hadden gekruisigd.
"Wat moeten wij doen mannenbroeders?"
Petrus antwoordde.
"Bekeer u en laat ieder van u gedoopt worden in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving van de zonden; en u zult de gave van de Heilige Geest ontvangen".
Geen gedoe met voorwaarden.

Ja... wel zich bekeren.
Met andere woorden: wegdraaien van eigen denken.
En het aannemen van Gods oplossing van redding en genade.
Zij waren door de Heilige Geest overtuigd van hun onhoudbare religieuze positie.
Zij zouden, zo staat hier, de vergeving van zonden ontvangen door de doop.
En de gave van de Heilige Geest, dat is de doop in de Heilige Geest.
Zij moesten zich bekeren van de dode religie.
En dat deden zij door zich te laten dopen.
Zo eenvoudig en zo duidelijk.

Op andere plek staat het zo namelijk in Markus 16 vers 15 en 16:
"En Hij zei tegen hen: Ga heen in heel de wereld, predik het Evangelie aan alle schepselen. Wie geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden, maar wie niet geloofd zal hebben, zal verdoemd worden".
Hier wordt dopen gekoppeld aan geloof.
Nadat je geloofd hebt, moet je je laten dopen.
En dat dopen is dan in de Naam van de Vader, en in de Naam van de Zoon, en in de Naam van de Heilige Geest.
En daarna leer je hen alles wat Jezus Zijn discipelen geleerd heeft.
Niet meer en niet minder.
Moeilijker is het niet en gemakkelijker ook niet.

Samengevat.
Jezus wil dat mensen, jongeren en ouderen, zuigelingen en stokouden, zich laten dopen.
En wel meteen nadat zij innerlijk overtuigd zijn van hun hopeloze positie.
Of nadat zij geloofd zullen hebben.
De doop is een zéér krachtig Goddelijk ritueel. 
Het dopen wast je zonden weg.
Jezus kwam immers door water en bloed.
Door de doop in de Godheid ga je de dood in van Christus Jezus binnen.
Vol opstandingskracht kom je wedergeboren omhoog uit het doopwater.

Opdrachten van Jezus vereisen géén uitstel.
Bijvoorbeeld dat je gehoorzamen uitstelt totdat je er aan toe zou zijn.
Of dat je eerst wacht tot je man of vrouw of partner zover is. 
Of dat je eerst een speciaal briefje uit de hemel wilt ontvangen.


Of dat je eerst er nog over wilt spreken met je gezin.
Of met je kerkelijke leidinggevende. 
Dit staat allemaal nergens in de Bijbel maar wij zien het frequent.
Het zijn allemaal vertragingstactieken van de duivel.
Uitstel is geen onderdeel van Gods Koninkrijk.

Al doden zij mij, ik ga toch!
Laat ik hier een getuigenis van geven.
Eentje van radicale en onmiddellijke gehoorzaamheid. 
Dwars tegen alle gemene blokkades van de satan in.
Het getuigenis komt uit het boek van Wilhelm Busch (1897-1966), getiteld "Jezus onze bestemming". 
Wilhelm beschrijft in een van de hoofdstukken hoe hij eens klaagde over geestelijke strijd die hij ervaarde in deze wereld van de satan. 
Hij klaagde hierover tegen een zendeling, Albert Hofmann. 
Deze man was in die tijd een pionier-zendeling in Papua Nieuw-Guinea.

"Nou zal ik je eens wat vertellen", zei Hofmann. 
"Wij hadden op Nieuw Guinea de gewoonte dat de Papoea's als zij christen wilde worden onderricht kregen om Jezus echt te leren kennen. 
Op een zondag werden zij dan gedoopt. 
Dat was altijd een groot feest. 
Ook vele heidenen kwamen dan. 
Maar het beslissende gebeurde altijd de avond ervoor. 
Dan werd er een groot vuur aangelegd. 
De dorpelingen naderde van alle kanten. 
In hun armen hadden zij al de voorwerpen van hun afgodendienst: tover-attributen, afgodsbeelden, amuletten. 
En dan liepen zij naar het vuur en gooiden die tekenen van hun oude leven in de hoog oplaaiende vlammen".

"Eens observeerde ik een jonge vrouw. 
Zij liep ook met haar handen vol met afgodsbeelden en amuletten op het vuur toe. 
Maar op het ogenblik dat zij de spullen erin wilde gooien, kon zij het niet. 
Zij heeft wellicht gedacht: daarmee hebben mijn voorvaderen geleefd. 
Daarmee is mijn hele verleden verbonden. 
Daar kan ik me toch niet van losmaken! 
Zij ging terug. 
Toen schoot er door haar heen: "Maar dan kan ik Jezus niet toebehoren!" 
Daarop deed zij opnieuw drie stappen naar voren maar kon er weer niet van scheiden en ging nogmaals terug. 
Toen ben ik naar haar toe gegaan, zo vervolgde zendeling Hofmann en heb gezegd: "Het valt je te zwaar. Denk er liever nog wat over na. Je kunt immers voor de volgende doop weer aanmelden". 
Daarop dacht de vrouw een ogenblijk na, deed snel drie stappen naar voren, gooide de voorwerpen in het vuur en zakte bewusteloos in elkaar". 

Ik (Wilhelm Bush), vergeet nooit hoe zendeling Hofmann tegen mij zei:
"Ik geloof dat alleen wie een werkelijke bekering heeft meegemaakt, de schok van deze vrouw begrijpt".

De strijd is doorbreken door de waarheid van Jezus!
Wij begrijpen wel dat er strijd is.
Daar hebben wijzelf ook mee te maken.
Echter wij hebben geleerd dat radicale gehoorzaamheid het beste is.
Daar kan geen duivel tegenop.
Hij kan geen strik meer om je hals leggen. 
Je verslaat hem met het zwaard van het woord!
Als je weet dat God iets van je wil, geef het dan gewoon.
Laat jouw omstandigheden niet heersen, niet regeren over de waarheden van Gods Woord en dus over God zelf.
De duivel heeft je op een of andere manier daarin gemaneuvreerd.
Verlaat die valstrik door Jezus, als jouw Opperherder, te volgen. 

Dus als je zegt Jezus te (willen) volgen, moet je meteen doen wat Hij zegt!
Gehoorzaamheid is immers beter dan offers brengen.
Doen wat God zegt is oneindig veel beter dan het van Hem af te kopen.
Dat werkt toch niet.
En als je het doopbevel van Jezus goed leest, dan moet je drie keer ondergedompeld worden. 
Dat is die ene doop tot vergeving van zonden zoals in de geloofsbelijdenis van Nicea staat.
Deze belijdenis is in het jaar 381 na Christus vastgesteld.

Wij hebben het hier gehad over drie onderdompelingen van die ene doop in Christus Jezus.
Om dat te ontdekken hoe dat nu echt zat, hebben wij een ontdekkingsreis gemaakt.
Vanwaar die drie onderdompelingen?
Van die reis vertellen wij hier. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten