zondag 30 maart 2014

Het visioen van William Booth (1829-1912)

Op een van mijn laatste reizen, keek ik door het raam van de bus. 
Mijn gedachten gingen naar de geestelijke toestand van de menigten mensen om mij heen.
Zij leefden zorgeloos in openlijke en schaamteloze rebellie tegen God, zonder zich te bekommeren om hun eeuwige welzijn. 
Kijkend uit het raam, scheen ik al die miljoenen mensen om mij heen te zien, bezig met 
hun drankje en hun pleziertjes, 
hun dansen en hun muziek,
hun bedrijf en hun zorgen,

hun politiek en hun moeilijkheden.
Onwetend, vaak opzettelijk en soms zorgeloos terwijl men de waarheid kende.

Maar allemaal, die gehele menigte, op weg naar Gods troon met al hun godslasteringen en goddeloosheid. En terwijl mijn geest er zo mee bezig was, kreeg ik een visioen. 

Ik zag een donkere oceaan waar het hard stormde. Daarboven hingen zware en zwarte wolken; zo nu en dan flitste de bliksem ertussen en rolde harde donderslagen terwijl de wind kreunde en de schuimende golven omhoog torenden, alleen maar om omhoog te komen en dan weer te breken, telkens opnieuw. 

dinsdag 11 maart 2014

Far.. far... far .... away from God but.......!

Weg van hier, de kerk uit.
Zelfmoord plegen ... vandaag nog was het plan.
Het leven was zo zinloos, zo duister; al vanaf mijn tiende.
Zo even had de dominee mijn hart diep geraakt.
Hij wist het dat er iemand in de kerk zat die zelfmoord wilde plegen.
Dat was ik.
Hij smeekte of die persoon naar voren wilde komen om te bidden.
Mijn trots weerhield mij.
Aan de uitgang stond een oudere man te huilen.
Vriendelijk schoot hij mij aan... God had een boodschap voor mij.
Die man wist dat ik mij iedere avond in slaap huilde vanwege de pijn.
En dat ik geen echte vader had.
Hij vroeg of hij met mij mocht bidden. 
Ik vond het goed, 'k ging toch zelfmoord plegen en toen .......
Tijdens dat gebed daalde de God van het universum neer.
Hij stond voor mij, wilde mijn Vader worden en mij nieuw maken.

Lacey Mosley was 10 jaar toen haar 3-jarig neefje werd doodgeslagen door zijn stiefvader. Zij hield van hem als van een broertje. Daar en toen besloot zij om atheïst te worden. De God Die dit toestond, was geen God. Zij begon te haten, donkere dingen mee te maken en vooral christenen ging zij haten. Die hadden altijd wel iets te zeggen over zondig gedrag en kwamen nooit met hun moeilijkheden naar buiten.